Om nauwkeuriger de veiligheidssituatie van de Grebbedijk in beeld te brengen is meer gedetailleerd bodem onderzoek op de dijk nodig. Ingenieursbureaus Lievense CSO-Fugro doet daarom in opdracht van het waterschap grondonderzoek op en nabij de dijk. De onderzoeken starten half november 2017 tot en met december 2017. In die periode kan het verkeer daar wat hinder van ondervinden.
Er zijn verschillende grondonderzoeken nodig op de Grebbedijk:
Sonderen is een meettechniek waarbij een stalen sonde door middel van buizen de grond in wordt gedrukt. De gronddruk wordt gemeten en geregistreerd. Op basis van deze metingen kan de bodemopbouw worden bepaald. Het sonderen geeft geen schade aan de bodem. Sondeergaten worden gedicht met een kleispoeling. Zo komen er geen onnatuurlijke materialen in de bodem.
Aan weerszijde van de dijk zullen de onderzoekers handmatig ondiepe boringen uitvoeren om de bodemopbouw vast te stellen. Op de kruin van de dijk worden diepe boringen uitgevoerd met een boorrups. De grondmonsters uit de bodem worden onderzocht in een laboratorium. De gaten die achterblijven worden gevuld met zwelklei, om de oorspronkelijke situatie te herstellen.
De dikte van de kleilaag aan weerszijden van de dijk is van belang voor de stabiliteit van de dijk. Om deze dikte vast te stellen gaat Fugro een geofysisch onderzoek uitvoeren. Het geofysisch veldonderzoek wordt uitgevoerd door middel van elektromagnetische (EM) en grondradar (GPR) metingen. Met de EM en GPR apparatuur kan tot een diepte van circa 6 m onder maaiveld worden vastgesteld op welke diepte de kleilaag overgaat in het onderliggende zandpakket.
In het voorland (buitendijks aan de rivierzijde) worden, waar mogelijk, peilingen in de rivier evenwijdig en loodrecht op de dijk verricht. In het achterland (binnendijks) worden 2 peilingen evenwijdig aan de dijk tot maximaal 10 m vanuit de voet van de dijk gedaan. Ook op de dijk worden 2 peilingen gedaan.
Een quadvoertuig voert de peilingen uit. De quad heeft ballon banden om zo min mogelijk sporen in het land achter te laten. Bovendien wordt de situatie voor en na het onderzoek gefotografeerd. De metingen worden uitgevoerd in een droge periode, om te voorkomen dat er sporen in het land worden getrokken. In een later stadium wordt de quad ingezet voor handboringen in het terrein. Na beëindiging van de boring wordt het boorgat wederom gevuld met zwelklei.
Naast informatie over de eigenschappen van de ondergrond is ook de hoogte van de dijk en informatie over objecten op de dijk van belang. Daarom wordt de hoogte van de dijk en de objecten tot 10m uit de teen/voet van de dijk ingemeten.
Voor het uitvoeren van de onderzoeken zijn twee verkeersmaatregelen nodig;
Officieel begint op 1 november het stormseizoen. Dit betekent dat het waterschap na die tijd geen werkzaamheden op of langs de dijk meer toestaat. Om het dijkversterkingsproject geen vertraging te laten oplopen en omdat grondonderzoek in het voorjaar lastig kan zijn voor flora en fauna, wordt nu toch met de grondonderzoeken begonnen. Vanwege het stormseizoen neemt onderzoeksbureau Fugro extra maatregelen om het risico op beschadigingen van de grasmat op de dijk zo veel mogelijk te beperken. Verder worden de gemaakte boringen en sonderingen dagelijks gedicht met klei of bentoniet, om de waterdoorlatendheid te beperken. Bij (dreigend) hoogwater worden de werkzaamheden uitgesteld. Het waterschap waarschuwt hiervoor minimaal 3 dagen van te voren.