Skip het menu

Grondverwerving op de Grebbedijk: samen op weg naar een veilige dijk

De Grebbedijk staat voor een noodzakelijke versterking. Het succes van deze opgave rust op samenwerking van diverse partijen. Ook vraagt het om medewerking van grondeigenaren langs de dijk. In het tweede kwartaal van dit jaar gaat het proces van grondverwerving van start. Teun Lassche (projectleider) en Harold van Norel (projectcoördinator) voeren de regie over de grondverwerving. Zij leggen uit wat hierbij komt kijken.

Teun en Harold zijn allebei deskundig op het gebied van grondverwerving door hun ervaring in vergelijkbare projecten. Ze realiseren zich dat het voor sommige mensen niet meteen duidelijk is wat “grondverwerving” precies betekent. Maar in feite is het eenvoudig. Teun legt uit: ‘Voor het versterken van de dijk is meer ruimte nodig dan nu in eigendom is van het waterschap. Grondverwervers gaan op pad om de benodigde grond aan te kopen of om afspraken te maken over het gebruik ervan.’

Permanent en tijdelijk grondgebruik

Teun: ‘Er wordt onderscheid gemaakt tussen grond die permanent nodig is en grond die tijdelijk in gebruik moet worden genomen. De permanent benodigde grond is nodig voor de uitbreiding en versterking van de dijk. Het waterschap vindt het van belang om eigenaar te zijn van de grond waarop de toekomstige dijk zal worden gebouwd. Het beheer van de dijk kan door het waterschap als eigenaar op een zo goed mogelijke manier gewaarborgd worden.’

‘Daarnaast is er ook grond die slechts tijdelijk nodig is. Denk aan grond voor het aanleggen van tijdelijke wegen naar de bewoners aan de dijk, het opslaan en vervoeren van grond en als ruimte voor de machines waarmee het werk wordt uitgevoerd,’ licht Harold toe.

Het proces van grondverwerving

Het proces van grondverwerving vereist zorgvuldigheid. In de eerste plaats omdat het gaat om de belangen van de betrokken grondeigenaren. En ook omdat het gepaard gaat met diverse procedures en wet- en regelgeving. Voorafgaand aan de grondverwerving wordt eerst een uitgebreid ontwerpproces doorlopen. Teun en Harold kijken in die fase alvast mee door hun ‘grondverwervingsbril’. Zo krijgen ze al vroegtijdig een beeld van de ruimte die nodig is. Dit luistert nauw, omdat het waterschap niet meer ruimte wil vragen dan echt nodig is. Harold verduidelijkt: ‘De dijk wordt meter voor meter beoordeeld en ontworpen. We bekijken zorgvuldig wat er nodig is om de dijk voldoende sterk te maken. We willen de gevolgen voor de omgeving zo klein mogelijk houden.’

Door het waterschap worden onafhankelijke rentmeesters en taxateurs (grondverwervers) ingeschakeld die in gesprek gaan met de grondeigenaren. Zij zijn gecertificeerd en beëdigd om hun vak uit te voeren en hebben ervaring met dijkversterkingsprojecten.

Harold legt uit hoe dat gaat: ‘Met behulp van een gedetailleerde tekening leggen ze aan grondeigenaren uit welke grond permanent of tijdelijk benodigd is. Vervolgens wordt door middel van een taxatie de schade bepaald. In dit proces krijgt de grondeigenaar de gelegenheid om inbreng te leveren voor de schadebepaling. De uitkomst wordt door de grondverwerver besproken met de grondeigenaar. Het waterschap doet vervolgens een concreet voorstel. De grondverwerver zet het gesprek voort met als doel om tot een overeenstemming te komen.’

 

De impact van grondverwerving

Bij de gebiedsopgave rondom de Grebbedijk wordt ook het omliggende gebied opnieuw ingericht. Er wordt gewerkt aan meer ruimte voor natuur en recreatie en verbeteringen op het gebied van water- en verkeersveiligheid. Een gebiedsontwikkeling met een positieve impact voor de omgeving. Daarbij moet gerealiseerd worden dat dit voor grondeigenaren langs de dijk de nodige gevolgen heeft. Teun: ‘De betrokken grondeigenaren worden schadeloos gesteld, maar op het moment dat je een stuk van je tuin kwijtraakt voor de dijkversterking, neemt een schadeloosstelling de impact die het heeft voor een grondeigenaar niet vanzelf weg. We kunnen die impact niet anders maken door de dijk een stukje smaller te maken. We zijn ons er wel zeer bewust van en houden er rekening mee in hoe we te werk gaan.’

Volgens Harold is het daarom van belang dat het waterschap vanuit een langetermijnvisie naar het gebied kijkt: ‘Als waterschap eindigt de betrokkenheid bij dit gebied niet na afronding van dit project. We willen in die zin een goede buur zijn én blijven. We willen constructief met elkaar in gesprek blijven in het belang van de waterveiligheid. Daarbij voeren we de onderhandelingen wel vanuit een algemeen belang en met publieke middelen. Dat maakt dat hetgeen we kunnen aanbieden aan regels is gebonden.’

Een belangrijke schakel in het geheel

Het werk van een grondverwerver is niet gemakkelijk. Toch spreken Teun en Harold met veel bevlogenheid over hun vak. Teun: ‘Ons werk is waardevol en ook uitdagend. Een grondeigenaar wordt geconfronteerd met iets waar hij niet om heeft gevraagd. Vaak roept dat weerstand op. Wat dit werk zo waardevol maakt is dat elke situatie om zijn eigen aanpak vraagt. En daar is ook ruimte voor.  Door helder te zijn in het proces én in je communicatie kun je goede afspraken maken op basis van wederzijds vertrouwen.’

Harold vult aan: ‘Ik vind het daarnaast mooi dat ons werk een schakel is in het realiseren van een grote ruimtelijke ontwikkeling. Wij zijn niet de mensen die de dijk bouwen. Om dingen van de grond te krijgen is ons werk wel cruciaal. Het geeft voldoening om op die wijze een bijdrage te leveren aan de inrichting van ons land.’